Korte cursus
Het repareren van een radio is een geheel hoofdstuk apart.
Ik zou beginnen met een eenvoudige radio.
Je moet denken in blokken.
Voeding
-hoogspanning
-laagspanning
versterker
voorversterker (hoge lage tonen etc)
en de eigenlijke tuner
Vervolgens is de radio in deze blokken opgebouwd en meestal van achteren gezien
links de ontvanger en rechts de versterker.
B1-mengtrap
B2-MF versterker (MiddenFrequent)
B3-Detector en LF versterker (laagfrequent)
B4- Eindversterker
B5-Voeding
Wat er meestal fout gaat bij radio's;
- voedingselko
- zwarte teer condensatoren of bruine ERO, heel vaal lek
- buisvoeten vuil of verbrand.
- schakel contacten vuil
Start een radio die je niet kent en lange tijd heeft uit gestaan meet en 60W 220V gloeilamp in serie
met het net.
Zo voorkom je schade in je radio.
70% van de gevallen is nl. de voedingselko stuk en geeft 90% sluiting of werkt geheel niet.
Door die gloeilamp beperk je de stroom tot een veilige waarde.
De Elko's hebben nu tijd om zich evt. te herstellen.
Laat zo een paar minuten staan (als tenminste de lamp dimt!)
Blijft de lamp branden heb je sluiting in je radio.
Direct onderzoek plegen.
Antenne;
Oude radio's hebben meestal een flinke antenne nodig voor goed ontvangst.
Hier op het schema zie je bv. dat als de C5 stuk is je ook geen ontvangst
hebt.
Op het net is veel te vinden over het principe van radio.
Dat moet je eerst even snappen.
Je hoeft niet te snappen waarvoor alle onderdelen zijn in de radio.
Als je het principe snapt kom je een heel eind.
Bij een defecte radio moet je dan gaan analyseren.
Wat hoor ik, wat gebeurt er wel en niet, wat brand er wel en niet enz.
Je leest wel eens de term Koppelcondensator.
Dat is een hele belangrijke.
Deze verbreekt de gelijkstroom tussen 2 stukken schema.
Op dit schema is dat C16 en C17.
Iedere buis heeft een gelijkstroom voorinstelling en doet iets met wisselspanning.
Je weet uiteindelijk wil je alleen wisselspanning uit je luidspreker hebben daar gaat het in de radio om.
Om dat allemaal te laten werken heb je gelijkstroom nodig.
Je wilt niet dat de gelijkstroom van de voorgaande en opvolgende elkaar beïnvloeden.
Daar is die koppelcondensator voor.
Die verbreekt de gelijkstroom.
Als deze lek is veranderd de gelijkstroominstelling en werkt je radio niet meer of slecht.
Hoe vind ik deze?
Zoek het stuurrooster op van de volgende buis (zie datasheet welke pen) en volg dat draadje terug en
loopt dan via een condensator naar de anode van de vorige buis = de uitgang van deze.
Wat is meer meestal stuk.
Rooster weerstanden vaak een hoge waarde bv 1 M Ohm
1 poot los knippen en meten, anders meet je iets anders mee in de radio.
Is deze slecht dan verstel je dus die gelijkstroominstelling van een buis en werkt dus niet naar behoren.
Dit soort type
weerstand vaak defect
In het schema hier R7 en R9.
Als deze lek is gaat het fout en loopt er gelijkstroom naar aarde
Een condensator , zie schema C14, die over/parallel staat aan een spoel niet aanzitten of je moet heel erg zeker zijn dat nu net die stuk is.
Ook al heb je de juiste waarde nooit 100% is deze gelijk en je verstelt de instelling toch hierdoor.
Condensators hebben standaard 10% afwijking dat is genoeg voor verstemming.
Ook die buisjes met draadjes (linker foto) helemaal niet aanzitten, deze
zijn exact afgestemd, rechter foto de variabele condensator, ze zijn niet voor
niets afgelakt.
Voeding.
Hier een voeding van een "-U" toestel of wel trafoloos.
Is er een buis defect in de gloeidraad dan gloeit geen enkele buis meer
omdat alles in serie staat.
L1 is het schaallampje, hierover staat een NTC (negatieve temperatuur coëfficiënt
weerstand) Goed te zien is dat het schaallampje een belangrijk onderdeel is in
deze voeding.
De NTC heeft koud een hoge weerstand en warm een lage. Deze houd de
spanning over het lampje in toom zodat bij opstarten van de radio niet steeds de
schaallamp stuk gaat.
C21 in deze is de zogenaamde Ratelcondensator en vaak defect. Is deze lek
dan loopt er stroom door L1,Z1,R12 en C21, dat is niet de bedoeling de spanning
op pen 2 van de buis klopt dan niet meer.
Als C1 of C2 lek is gaat er veel stroom lopen naar aarde en zakt de
uitgangsspanning en neemt de stroom toe in buis B5. Meestal raakt hierdoor B5
defect.
succes